Kortgeleden startte ik op deze site een actie genaamd "Ten Tweaks to Turn the Tide". Daarin stel ik tien ombuigingen voor die het buitenlandbeleid weer een nieuw gezicht kunnen geven. Hieronder een wrap-up van de eerste drie tweaks: Hulp Leren Ontvangen. We ondergaan als Nederland en Europa op dit moment een transitie waarin rijk en arm verschuiven van verschillen tussen landen naar verschillen binnen landen. Voor het westen betekent dit dat armoede dichterbij zal komen. Veel van de productie is al verschoven van Europa naar Azië. De kenniseconomie is in veel Aziatische landen ook al hard op weg om de concurrentie met Europa aan te kunnen gaan. Al zeer snel zullen westerse experts niet meer nodig zijn. Bovendien, de vraag is of de expertise die we in Europa hebben ontwikkeld nog wel relevant is voor de wereld van de 21ste eeuw. Het taylorisme getorpedeerd De tweede industriële revolutie, waarvoor het gedachtengoed zo'n 100 jaar geleden werd aangeleverd door Frederick Winslow Taylor in zijn essay "The Principles of Scientific Management", legde de nadruk op efficiency, controle en arbeidsverdeling. Hiermee werd in 1911 een andere transitie in gang gezet die z'n weerga niet kende. Het haalde het feodale stelsel, wat tot dan toe de samenleving bij elkaar hield, helemaal onderuit. Tegelijkertijd werd het productieproces losgekoppeld van het vakmanschap, waardoor ook de armen en ongeletterden konden worden ingeschakeld in het arbeidsproces. Het was voor die tijd een zeer vooruitstrevend verhaal, waarmee armoede en ongelijkheid van de negentiende eeuw werd aangepakt. Toen de industrialisatie onder invloed van twee wereldoorlogen in Europa goed op gang kwam nam Europa bovendien een grote voorsprong in productie en consumptie ten opzichte van de rest van de wereld. Het wereldwijd doorvoeren van het vrije-markt-denken zorgde er vervolgens voor dat deze voorsprong maximaal werd benut. Er werden steeds meer 'klanten' gevonden voor westerse producten. In de zestiger en zeventiger jaren trad er echter een trendbreuk op. De zogenaamde protestgeneratie rekende af met dit industriële model door aandacht te vragen voor individualiteit en persoonlijke ontwikkeling. Dit maakte van het human resource management een vak apart. En nog steeds is daardoor de bemensing van organisaties die nog Tayloriaanse trekjes vertonen een groot probleem. Kapitalitische centraal geleide economie Ondertussen kopieerde Azië ons industrialisatiemodel. Daar heeft zich echter (nog) geen emancipatie van de arbeidersklasse voorgedaan, waardoor de centraal geleide economie langzamerhand de 'vrije' sector van Europa voorbij is gestreefd door schaalvergroting en massaproductie. Daar lijkt echter ook verandering in te komen. In China is er bijvoorbeeld op dit moment sprake van een spannende combinatie van een kapitalistisch en seculier denken onder met name de jongere generatie en een leiderschap dat vasthoudt aan het principe van een centraal geleide economie. Omdat in China het communisme als ondersteunende ideologie in invloed afneemt, probeert men uit alle macht traditionele waarden als heelheid en harmonie weer aan de man te brengen. Daarmee hoopt men de collectiviteit te bewaren en de economische groei enigszins beheersbaar te houden. Het is nog onduidelijk hoe dit zich verder zal gaan ontwikkelen. Economic diplomacy als verschijningsvorm van een centraal geleide economie En hoewel de VVD niets op zou moeten hebben met gedachten aan een centraal geleide economie, heeft zelfs de VVD dit denken voorzichtig omarmd met de term Economic Diplomacy. En ook het CDA heeft actief daaraan bijgedragen door de aanzet tot een top-sectorenbeleid. Dat betreffen dan sectoren waarmee Nederland internationaal kan scoren. De overheid neemt daarin de rol van industrieleider op zich. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dit niet is opgewassen tegen de jarenlange ervaring waar de Aziatische overheden op kunnen bogen en op de korte termijn zet dit onze economie verder op achterstand omdat het de concurrentie met Azië op de langere termijn niet aan kan. Het continent waar Azië op haar beurt het meest in investeert, is Afrika. Europa zou al met al wel eens de grote verliezer kunnen worden op het wereldtoneel. Europa als afzetmarkt De enige houvast van Europa is dat ze nog interessant is als afzetmarkt voor Aziatische producten. Reden waarom de Rotterdamse haven (en meer in het algemeen Nederland als distributieland) nog niet zo'n last heeft van de depressie waar we op dit moment in zitten. Toch zullen we ons moeten realiseren dat we wellicht stappen moeten nemen richting een meer zelfvoorzienende benadering. Dat is voor Europa een enorme omslag in denken. Met de schuivende panelen in de wereld zijn we bovendien niet langer het continent dat de productie in de rest van de wereld dicteert, met het risico dat die wereld ons zal negeren, zeker als we ook als afzetmarkt minder interessant worden. Uiteindelijk zouden we onszelf wel eens aan de hulp-vragende kant kunnen bevinden van de internationale hulpindustrie. Dat zal even wennen zijn. Wat in elk geval nodig is om die hulp te kunnen ontvangen zijn goede relaties. Wederkerigheid Wederkerigheid heeft daarmee een dubbele betekenis gekregen en zou dus wel eens niet over hetzelfde tijdsvak kunnen gaan. Om klaar te zijn voor zo'n scenario is het in elk geval belangrijk dat we nu ruimhartig blijven geven aan landen die nu in de verdrukking zitten (zie ook mijn ondersteuning van de kritiek van Jack van Ham op het CDA op de Vice Versa website). Op de langere termijn gaan we wellicht leren hoe het is om hulpontvanger te zijn. Dat zal ongetwijfeld weer een heel ander licht werpen op de dynamiek van ontwikkelingssamenwerking. "En de heer prees de onrechtvaardige rentmeester omdat hij met overleg gehandeld had" Lucas 16:8
0 Reacties
Europa en de crisis waren belangrijke onderwerpen van gesprek in het premiersdebat vanavond. Maar eerlijk gezegd oogde Rutte toch een beetje de beginneling op Europees vlak, al heeft hij nu twee jaar ervaring op zak in de raad van Europa. En ook ontbrak het aan een helder verhaal over hoe uit de crisis te komen. Misschien kan de wetenschap de politiek een handje verder helpen. Uiteindelijk is wat er in Europa nu moet gebeuren een maatje te groot voor welke regering dan ook. Professor Pankaj Ghemawat, voorheen docent in Harvard en nu een Spaanse leerstoel bekledend, pubiceerde vorig jaar een boek 'World 3.0 - Global Prosperity and How to Achieve it'. Het boek heeft een iets te optimistische ondertitel maar Ghemawat geeft daarin goede handvatten om de crisis, en de manier waarop er mee om wordt gegaan, te begrijpen. Hij biedt ook een oplossingsrichting in het zoeken naar een uitweg uit de crisis. Europese landen liggen 'te ver uit elkaar' Voor wat betreft de oorzaken van de crisis - die liggen vooral in de afstanden tussen de verschillende leden van de Europese Unie. En dan niet alleen de geografische afstanden. Prof. Ghemawat onderscheidt vier soorten afstand tussen landen: culturele, administratieve, geografische en economische (zijn CAGE model - overigens laat Ghemawat je betalen voor het online gebruik ervan). Daarbij zijn de begrippen cultureel en administratief ook te vervangen door politiek en bestuurlijk. De financiële crisis is veroorzaakt door het feit dat de economie vooruit ging lopen op het bestuur. Door de vrije markt zijn de economische afstanden tussen landen sterk verkleind terwijl de bestuurlijke afstanden tussen landen groot zijn gebleven, laat staan de culturele. M.a.w. een cheque is zo geschreven en het geld is zo aan de andere kant van de wereld, maar in het bestuurlijk toezicht op de geldstroom is een gat omdat landen in dat opzicht niet goed met elkaar communiceren. Daarbij is er een te grote diversiteit aan verantwoordingsculturen ook binnen Europa. Door het vooruitlopen van de economie op het bestuur is een bestuurlijk gat (governance gap) ontstaan of in politiek termen een democratisch tekort. Men heeft geprobeerd die bestuurlijke afstanden te verkleinen door nauwere samenwerking te zoeken. Maar een Europese toezichthouder is dan maar een deeloplossing die niet gaat werken als voor zo'n toezichthoudende rol geen draagvlak is. En dat draagvlak ontbreekt omdat de culturele en dus politieke afstanden tussen landen nog groot zijn. Dit is ook rond de invoering van de Euro door de ChristenUnie naar voren gebracht als een weeffout in de Europese samenwerking. Een dure fout zo nu blijkt. Het bestuur heeft daarmee de markt de vrije hand gegeven, en moet nu dansen naar de pijpen van de markt. ChristenUnie pleit voor meer samenwerking tussen landen die 'dicht bij elkaar' liggen In Nederland hebben we vruchten geplukt van de interne Europese markt. En die proberen alle politieke partijen ook te behouden. Maar een gezamenlijke markt kan niet zonder een gezamenlijke identiteit. Daarvoor zouden eerst culturele en bestuurlijke afstanden tussen verschillende landen kleiner moeten worden (en het liefst in die volgorde). Een overdreven nationalisme en koopmansgeest zoals VVD en CDA ten toon spreiden snijdt in dat opzicht in eigen vlees. Maar te veel bestuurlijk optimisme (zoals de PvdA laat zien) dat gaat 'm ook niet worden. Daarom pleit de ChristenUnie voor samenwerking met cultureel gezien gelijkgezinde landen. Niet omdat die landen toevallig ook de wat rijkere landen zijn, maar omdat ze cultureel-historisch dichter bij elkaar liggen. Het gaat daarin om een relationele benadering (zie ook de wereldkaart volgens Ghemawat op www.ghemawat.com die een andere kijk geeft op afstanden). Relaties belangrijk voor duurzame markten Een markt kan niet goed werken zonder goede onderliggende relaties die verder gaan dan kwaliteitskenmerken van een product. Waar overigens lokale markten zich ontwikkelen zie je vaak dat dit ten koste gaat van lokale verbanden en in de plaats komt van wederkerigheid die voorheen was ingebed in relaties. Een van de doelen van ontwikkelingssamenwerking zou kunnen zijn het terugbrengen van de relationele aspecten van de markt. Veel organisaties richten zich daar inmiddels ook op. Uiteindelijk zal dat leiden tot eerlijker en duurzamer produceren en consumeren. Ontwikkelingssamenwerking kan helpen om een gezicht te geven aan de producent die weer gewaardeerd wordt zowel vanwege zijn inzet als het geleverde resultaat. In die lijn zou ontwikkelingssamenwerking afgerekend kunnen worden op het aantal mensen dat door de samenwerking een gezicht heeft gekregen, in wat voor vorm dan ook. Dat is een hele andere benadering dan de vraag of ontwikkelingsgelden effectief zijn geweest in het 'bestrijden' van armoede of iets dergelijks. Alsof armoede een zelfstandige grootheid is die bestreden kan worden! Armoede is een tijdelijke situatie waarin een mens, familie of grotere sociale eenheid kan verkeren bij gebrek aan zelfvoorzienend vermogen en afwezigheid van sociale vangnetten. En een ding is zeker: 'de armen zijn altijd bij u'. De vraag blijft dan staan: 'Ken ik ze ook?' Foto: Omslag van het boek van Prof. Pankaj Ghemawat. Zijn oplossing is om van World 1.0 (marktcontrole) via World 2.0 (vrije markt) nu op te schuiven naar World 3.0 (marktregulering). Hij wil daarmee een rem zetten op de ongebreidelde financiële geldstromen zoals die op dit moment de markt dicteren en springt met deze oplossing midden in het global governance gap, zonder overigens een structurele oplossing te bieden. (zie ook de solutions pagina voor de oplossing van Prof. Ghemawat) Steven Paas (Bron CIP) Een vooraanstaand wetenschapper laat zich horen over de Israëlkwestie. En omdat een profeet doorgaans in eigen woonplaats niet zoveel gehoor vindt heeft Steven Paas zich dit keer maar in het Engels uitgelaten over een kwestie die ook de ChristenUniegelederen bezighoudt. Hoewel, bezighouden? Op het afgelopen congres werd de bewuste paragraaf in het verkiezingsproramma door de diverse kiesverenigingen angstvallig buiten schot gehouden. Daar moest het nu niet over gaan. Deels terecht misschien, omdat we op dit moment wel wat anders aan ons hoofd hebben. Gelukkig zijn theologen niet partijgebonden, en zijn ze doorgaans bereid om ook gevoelige onderwerpen aan een nader onderzoek te onderwerpen, ook als de tijd er niet (of juist wel) om vraagt. Wellicht werpt het lezen van het boek van Paas een ander licht op deze zaak. Politiek en religie Zonder het boek gelezen te hebben waardeer ik de poging van Dr. Steven Paas om deze open zenuw aan een nader onderzoek te onderwerpen. Hij waagt zich overigens niet aan een analyse van de huidige politieke situatie in het Midden-Oosten, maar houdt zich als een goed wetenschapper bij zijn leest. Voor hen die het Engels meester zijn wellicht een aanrader om eens mee te nemen op vakantie "Christian Zionism Examined". En in die titel ligt datgene opgeslagen waar het om zal moeten gaan. Zijn we bereid om onderzoek te doen. Om niet vanuit de stelligheden en standpunten te redeneren, maar opnieuw te kijken naar de geschiedenis van het volk Israël in bijbels maar ook historisch perspectief. Om daarmee naast de morele gronden voor steun aan de huidige staat Isräel ook de historische en bijbelse noties recht te doen. Wellicht lukt het dan ook om vanuit een meer ontspannen positionering temidden van die gegevens al of niet politieke steun te geven aan besluiten van diverse overheden in het Midden-Oosten of vredesonderhandelingen. Amerikaanse wortels Overigens komt de gekozen taal natuurlijk niet helemaal uit de lucht vallen. Het is algemeen bekend dat de positie van Amerika in het Midden-Oosten vooral wordt bepaald door een invloedrijke joodse gemeenschap in Amerika. Uiteraard staat het iedere Israëliet vrij te lobbyen voor politieke steun voor zijn volk. Maar hopelijk staan we dat recht ook toe aan de Palestijnse verstrooiing en is de uitkomst een gebalanceerde volkenrechtelijke afweging waarbij beslissingen door elk van de partijen op hun eigen merits worden gewogen. Pragmatisme Naast de eigen opvattingen die Nederlandse politici mogen hebben en verwoorden in politieke standpunten, zijn er ook nog de internationaal pragmatische overwegingen waarom bijvoorbeeld het CDA de Amerikaanse overheid altijd heeft gesteund in haar politieke steun aan Israël. Hoewel, ook de eigen gelederen telt opinieleiders met een Joodse achtergrond. Opnieuw hoeft niemand z'n afkomst te verloochenen. Maar er wordt m.i. net iets te vaak verwezen naar Israël als een van de weinige democratiën in het Midden-Oosten, alsof het daarom onze steun verdient temidden van de haar omringende dictatoriale regimes. Wat mij betreft onnodige camouflage voor een onuitgesproken pro-Israël lobby. Door deze vooringenomenheid telt niet langer meer wat er echt aan de hand is. Dat zou de beeldvorming ook teveel vertroebelen en komt beide partijen niet goed uit. Kiezen voor kansen Enfin, die dictatoriale regimes zijn een voor een aan het omvallen. Of daar volwaardige democratiën voor in de plaats komen is maar zeer de vraag. Maar het argument om Israël te steunen als democratische pijler in het Midden-Oosten valt er wel mee weg. Er zijn meerdere bewegingen die steun verdienen, juist om radicalisering tegen te gaan. Een demonisering van radicaal religieuze groeperingen zonder naar de onderliggende oorzaken van armoede en ongelijkheid te kijken is dan geen goed idee. Ook daar is het zoeken naar het verbinden van het lokale met het mondiale (of regionale zo je wilt). De opgeleide jongere zonder carriereperspectief is het ideale profiel voor recrutering van leiderschap voor de georganiseerde misdaad of radicale Islam. De ongeletterde boer laat zich dan graag door de geletterde radicaal de wet voorschrijven - met alle gevolgen van dien. MENA focus regio? Waar liggen de aanknopingspunten om in deze aan Europa grenzende regio nu echt verder te komen? Er zijn opvallend weinig Nederlandse NGOs actief in Noord-Afrika. En dat terwijl er nu volop kansen liggen voor maatschappij opbouw! Nu zal Nederland ook echt boter bij de vis moeten gaan doen om mensen daar echt de hand te reiken verder te komen in het leven. Hopelijk kan een nieuw kabinet een duidelijk beleid ontwikkelen voor de MENA regio. Een gezonde ontwikkeling van deze aan Europa grenzende regio zou wel eens heel bepalend kunnen zijn voor de toekomst van Europa, maar ook van diverse volken in bijvoorbeeld West-Afrika die nu nog te maken hebben met de resten van Ghadafi's aanhang die ook op zoek zijn naar bestaansmiddlelen (zie de recente onrust in Mali). What would Jesus do? Om kort te gaan - wat weten we eigenlijk af van het Midden-Oosten en Noord-Afrika? Genoeg om een standpunt te bepalen? Of genoeg om de belangen te doorzien? Of genoeg om te weten dat we geen standpunt in kunnen nemen, maar dat volken er met elkaar uit moeten zien te komen? Ik hoop het laatste. Maar als dat niet zo is, laten we dan vooral die kennis vergaren die daarvoor nodig is. Voor wat betreft mijn eigen kennis? Die is onvoldoende. Ik laat me graag door Paas en anderen informeren om te zien of de historische en bijbelse gronden van het Israël standpunt van de ChristenUnie vereind blijven. Nog liever luister ik naar stemmen uit de regio, liefst de verhalen van gewone burgers, om hun gevoelens van onmacht en onvrijheid te ervaren. Is het vervolgens aan mij om partij te kiezen? Ik zie het Jezus in veel gevallen niet doen als men hem vraagt om een politieke positiebepaling. Hij kon overweg met Joden en Samaritanen. Wel heeft hij weinig op met mensen die elkaar de maat nemen over politieke posities (of dat nu om farizeeën of sadduceeën gaat). Ik hoop dat Steven Paas daarin ook z'n grenzen heeft getrokken. Nu eerst maar eens z'n boek lezen. tekening: Laurens Cerulus Het campagnelied van de ChristenUnie mag er zijn. Het spat er vanaf. "Dit is ons moment. Kies voor de verandering. Geef je hart een stem. Kijk naar wat er kan. Schrijf met ons geschiedenis. Bouw met ons de toekomst van dit land." Met mijn voeten in de wereld klinkt dit lied toch ietwat nationalistisch. Maar ik begrijp tegelijk de focus op een toekomst voor Nederland. Daarbij laat de ChristenUnie als een van de weinige partijen zien dat die toekomst niet los staat van de toekomst van anderen in de wereld. Onze crisis mag niet terugslaan op hen die toch al aan de onderkant van de wereldwijde samenleving moeten zien rond te komen van minder dan een euro per dag. Tegelijkertijd blijkt het moeilijk te zijn om vanuit diezelfde overtuiging onze positie ten aanzien van Europa te bepalen. En dat heeft alles te maken met de ingewikkelde manier waarop Europese landen aan elkaar verknoopt zijn geraakt. Solidair Als we de staat even weg zouden denken, dan zou denk ik iedereen solidair willen zijn met Europeanen die van veel minder rond moeten komen. Ik herinner me nog de tijd vlak na de val van de muur, toen ik samen met een vriend liftend richting het oosten ging. Qua gastvrijheid hadden we het niet beter kunnen treffen. Hoe oostenlijker we kwamen hoe vriendelijker de mensen, al hadden we geen cent op zak. We hebben op de bijzonderste plekken geslapen - van een keukentje bij een omaatje tot in de stapelbedden van kinderen van een gastvrije Tsjech van wie de kinderen om vakantiekamp waren. Zelfs in Roemenië werden we gastvrij onthaald, met weliswaar een schrale paprika op een boterham, maar de gastvrijheid was werkelijke bewonderenswaardig. Vanuit die ervaringen is het niet moeilijk om solidair te zijn met de Zuid-Europese landen, die als eersten de enorme druk van migranten vanuit Afrika en Azië op zich af voelen komen. Niet zo raar dat extreem rechts veel aanhang kent in Griekenland. En Europa, ja dat lijkt een gatenkaas. Positieve migratie Maar de echte crisis zit 'm toch in de enorme verschillen tussen een redelijk welvarend Europa en een Noord-Afrika en Midden-Oosten waar de ellende om zich heen grijpt en jaren van dictatoriaal leiderschap hun sporen hebben nagelaten. Maar evenals in Roemenië vlak na Ceausescu is er ook in Egypte en andere landen bereidheid om mensen gastvrij te onthalen, dit terwijl men zelf met een overschot van geschoolde jongeren zit die graag aan de bak willen. En dan lees ik dat het grootste probleem van de Nederlandse watersector is een gebrek aan technisch personeel. Wordt het niet eens tijd voor een gezonde uitwisseling die begint bij het positieve (capaciteiten) in plaats van het negatieve (kansarmen). Ik kan me niet voorstellen dat een kans geven aan techneuten uit Afrika en Azië om in Nederland een vervolgopleiding te volgen negatieve gevolgen gaat hebben voor de werkgelegenheid hier in Nederland. Integendeel. Ik denk dat een positieve migratiepolitiek, gericht op het binnenhalen van gekwalificeerd personeel ook in de landen van herkomst een positief effect zal hebben. Mobiliteit beter dan integratie En kom dan niet meteen met eisen met betrekking tot integratie. Economisch ja, maar cultureel niet persé. Kom met een tussenvorm van tijdelijke verblijfstatus voor arbeidsmigranten, zonder families daarmee verblijfstatus te garanderen. Integratie bevordert stagnatie. Het is juist een toegenomen mobiliteit en een waardering van diversiteit die ons in de 21ste eeuw verder zal helpen. Ook om de toekomst van ons land veilig te stellen. Op die manier kan ik samen met de advocaat, de opvangoma en de beheerder van de zorgboerderij dit lied van harte meezingen. Geef je hart een stem. Kies voor de verandering. Stem ChristenUnie! |
Archives
Februari 2022
Categories
Alles
|