![]() Minister Knapen kwam met een nieuw kennisbeleid eind 2011. En waar ieder een voorkeur verwachtte voor deze of gene aanpak, bleef het bij een aanzet tot wat je zou kunnen noemen het broedproces, of het instellen van een incubatieperiode zo je wilt. Daarmee zei hij vooral iets over onder welke omstandigheden kennis wordt opgedaan. Hij pleitte daarbij voor samenwerking tussen overheid, kennisinstellingen, bedrijfsleven en NGOs op zogenaamde kennisplatforms. Een lovenswaardig stap om het mandaat niet eenzijdig bij de kennisindustrie te leggen. Maar wat ontbrak is de lerende houding van Nederland als geheel. Die moet er niet alleen zijn richting elkaar als Nederlandse kennisspelers, maar juist ook richting hen aan wie we denken onze 'kennis' te kunnen overdragen. Het zou zo maar eens kunnen dat veel meer kennis wordt opgedaan dan wordt overgedragen. In plaats van te verkopen waar we goed in zijn, wordt het misschien tijd om te ontdekken waar we nog een paar lessen hebben te leren. Ik pleit voor een veel sterkere rol voor ontvangende partijen in de hulpverlening in het bepalen van onze leeragenda. Het moet daarbij niet gaan over welke noden er wel of niet gelenigd zijn, maar over hun reflectie op de manier waarop de hulp is gegeven. (zie ook: Kennis is hoofd, hart en handen)
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
ArchivesCategories |